Er zijn nog geen producten om te vergelijken
Er zitten nog geen producten in de winkelwagen
Armen en handen zijn binnen het arbeidsproces belangrijke, onmisbare werktuigen waar we bijzonder zuinig op moeten zijn. Het percentage bedrijfsongevallen waarbij armen en/of handen betrokken zijn bedraagt meer dan 50%!!
Vaak kunnen deze verwondingen worden voorkomen door risico's weg te nemen, te beperken of door de inzet en het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Wetgeving en richtlijnenDe Europese Richtlijn 89/686/EEG beschrijft de minimum voorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen op de werkvloer.
Alle persoonlijke beschermingsmiddelen moeten voldoen aan de fundamentele voorschriften zoals omschreven in de Europese Richtlijn 89/686/EEG.
Afhankelijk van het risico worden handschoenen ingedeeld in 3 categorieën, te weten:
Categorie 1: Handschoenen van eenvoudig ontwerpHandschoenen die vallen onder categorie 1 bieden slechts bescherming tegen minimale risico's. De gebruiker moet zelf eenvoudig kunnen vaststellen welke graad van bescherming de handschoen biedt.De fabrikant of importeur in Europa mag voor dit type handschoenen zelf een conformiteitsverklaring afgeven.
Categorie 2: Handschoenen van intermediair ontwerpDeze handschoenen bieden bescherming tegen middelzware risico's. Te denken valt aan mechanische risico's.De fabrikant of importeur in Europa dient dit type handschoenen aan een EG-typeonderzoek te onderwerpen bij een erkende certificerende instantie.
Categorie 3: Handschoenen van complex ontwerpDeze handschoenen bieden de hoogste graad van bescherming en zijn bestemd voor het voorkomen van dodelijke risico's of voor risico's die ernstige en onomkeerbare schade aan de gezondheid kunnen veroorzaken en waarvan de ontwerper aanneemt dat de gebruiker de acute effecten niet tijdig kan waarnemen.De fabrikant of importeur in Europa dient dit type handschoenen aan een EG-typeonderzoek te onderwerpen en tevens de kwaliteit van het eindproduct zeker te stellen. Beiden, EG-typeonderzoek en kwaliteitsborging, dienen door een erkende certificerende instantie te worden verricht.
NormenFabrikanten kunnen zien welke normen (productontwikkeling) de Europese richtlijn verder uitwerkt. Normen geven o.a. aan welke maatregelen dienen te worden genomen voor de verschillende typen pbm's om tegen de gevaren te beschermen.Importeurs worden eigelijk ook gezien als fabrikanten wanneer de eigenlijke fabrikant die buiten Europa zit geen type-keuring heeft laten uitvoeren.
Gebruikers kunnen zien, aan de hand van de door de fabrikant of importeur opgegeven normen, tegen welk gevaar het desbetreffende persoonlijke beschermingsmiddel beschermt en in welke mate.
Er zijn een groot aantal Europese normen van toepassing op arm- en handbescherming. Onderstaand een overzicht met de belangrijkste normen:
NEN-EN 420: Algemene eisen voor handschoenenIn deze norm worden de algemene eisen gedefinieerd, zoals constructie en ontwerp, beschermingsgraad, reiniging, onderhoud, opslag, houdbaarheid, maatvoering en gebruiksaanwijzing.
NEN-EN 388: Beschermende handschoenen; Mechanische beproevingsmethoden en eisenHandschoenen worden getest op weerstand tegen schuren, snijden, perforatie en scheuren.Bescherming tegen mechanische risico's wordt weergegeven door een pictogram en 4 cijfers (prestatieniveau), waarbij de hoogte van elk cijfer (1 t/m 5) overeenstemt met het weerstandsniveau tegen het betreffende risico.
NEN-EN 374: Beschermende handschoenen tegen chemicalien en micro-organismenDeze norm is onderverdeeld in drie subnormen:
Voor de permeatie gegevens dienen de bij de handschoenen behorende gegevens te worden geraadpleegd.
NEN-EN 407: Beschermende handschoenen tegen thermische gevaren (hitte en/of vuur)Bescherming tegen hitte- en vuurrisico's wordt weergegeven met een pictogram en 6 cijfers, waarbij de hoogte van elk cijfer (0 t/m 4) overeenstemt met het weerstandsniveau tegen het betreffende risico.
NEN-EN 511: Beschermende handschoenen tegen koudeDeze norm definieert de eisen en beproevingen voor handschoenen die bescherming bieden tegen contact- en geleidingskoude tot een temperatuur van -50 graden Celsius.
Chemische risico'sOf een uit een bepaald materiaal vervaardigde handschoen geschikt is voor wat betreft de stof, hangt niet alleen van de bestendigheid van het materiaal af. Het materiaal kan ogenschijnlijk onaangetast lijken, maar de chemische stof toch doorlaten. Een bestendigheidstabel, zoals die in het verleden vaak in documentatie werd weergegeven, hoefde niet per definitie aan te geven wat de werkelijke graad van bescherming was die werd geboden.De 4 belangrijkste factoren die een rol spelen bij het bepalen van de geschiktheid voor bescherming tegen een bepaalde stof zijn:
Met behulp van de testresultaten van handschoenen, die conform de NEN-EN 374 zijn getest, kan de meest geschikte handschoen worden gekozen om aan het betreffende risico het hoofd te bieden. Deze norm heeft betrekking op handschoenen die bescherming moeten bieden tegen chemicaliën en micro-organismen. De NEN-EN 374 is onderverdeeld in drie subnormen, de NEN-EN 374-1, 374-2 en 374-3. In de NEN-EN 374-1 worden de terminologie en de prestatie-eisen beschreven. In de delen 2 en 3 respectievelijk de testmethoden om de penetratie en permeatie te bepalen.Als bij handschoenen het pictogram chemische bestendigheid en/of het pictogram bestendig tegen micro-organismen is vermeld, dan hebben ze de penetratietest met goed gevolg doorstaan. Voor permeatiegegegevens dient men de bij de handschoen behorende gegevens te raadplegen. Van handschoenen die bescherming bieden tegen chemicaliën en micro-organismen, dienen ook de resultaten van de mechanische test volgens de NEN-EN 388 te worden gerapporteerd.
Leveranciers van chemische producten zijn verplicht, op aanvraag, een veiligheidsdatablad van hun product ter beschikking te stellen.Globaal gezien is er een onderverdeling te maken in geschiktheid van handschoenmaterialen om bescherming te bieden tegen groepen chemicaliën. Deze indeling dient echter als leidraad. Bij de keuze van een bepaalde handschoen dient alleen van de gegevens van het betreffende middel te worden uitgegaan. Een globale indicatie kan onder andere worden gevonden in het Chemiekaartenboek (NIA/Samsom H.D. Tjeenk Willink).
Testresultaten naar aanleiding van beproeving volgens de NEN-EN 374 van individuele handschoenen geven een beter beeld met betrekking tot de toepasbaarheid van een bepaald model/type handschoen. Ook deze gegevens hebben hun beperkingen, omdat de metingen bij kamertemperatuur worden verricht en vloeistoffen in industriële toepassingen vaak een hogere temperatuur hebben.
Elk handschoenmateriaal heeft zijn eigen voor- en nadelen. De permeatieweerstand tegen de meeste organische vloeistoffen neemt toe in oplopende volgorde van de volgende materiaalsoorten: PVC (Polyvinylchloride), Natuurrubber (latex), Neopreen, Nitrilrubber (NBR), Butylrubber, PVA (polyvinyl Alcohol), Viton en PE/EVOH/PE.Tegen waterige oplossingen kunnen PVC, Butyl-, Neopreen- en natuurrubberhandschoenen goed worden ingezet.PVA (Polyvinyl Alcohol) is absoluut ongeschikt voor water of waterige oplossingen.
EN 340 - Algemene bepalingenDeze norm stelt de algemene bepaling vast waar de kleding aan moet voldoen. Het stelt eisen aan de volgende punten; pasvorm, ontwerp, materiaal, markering en maatvoering.
Bescherming tegen regen, sneeuw, mist en vochtigheid van de grond. De klasse word aangegeven met 2 parameters:
Bescherming tegen een koude omgeving, in combinatie met vochtigheid, wind en een luchttempratuur onder de -5 graden. De klasse word aangegeven met 3 parameters:
Bescherming tegen lage tempraturen. Er wordt gelet op thermische weerstand, luchtdoorlatendheid, de weerstand van het doordringen van water en voortkomende thermische isolatie. De klasse word aangegeven met 3 parameters:
Signaalkleding met hoge zichtbaarheid met als doel de gebruiker te laten opvallen zowel bij dag als nacht. De klasse word aangegeven met 2 parameters:
In eerste instantie hanteerd rijkswaterstaat de EN 471 zichtbaarheidsnorm. Deze aanvulling bevat richtlijnen waaraan een kledingstuk moet voldoen wanneer men werkzaam die vallen onder het beheer van rijkswaterstaat.
Voor verkeersregalaarskleding is er een aparte wet ingesteld vanaf 1 maar 2009. Dit is de Regeling Verkeersregelaars 2009. Alle verkeersregelaars moeten voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de verkeersregelaarskleding.
Deze norm legt de vereisten vast voor lasserskleding. Het betreft hier kleding die bij normale temperaturen een hele dag (8 uur) gedragen kan worden en bescherming biedt tegen kleine spatten van gesmolten metaal, toevallig vlamcontact en UV-straling. De norm handelt niet over beschermende kleding die gedragen wordt bij speciale laswerkzaamheden. ISO 11611 is de opvolger van EN 470-1. De norm specificeert 2 klasses met specifieke eisen:
Bescherming tegen hitte en vlammenBeschermkleding voor werknemers blootgesteld aan hitte en vlammen met uitzondering van lassers en brandweerlui.De drager wordt beschermd tegen korte contacten met een vlam, evenals (tot op zekere hoogte) tegen convectieve- en stralingshitte. De ISO 11612 is de opvolger van de EN 531
Antistatische veiligheidskleding voorkomt dat door elektrostatische oplading vonken ontstaan, die brand of explosies kunnen veroorzaken. EN 1149-5 is een overkoepelende norm. Deze norm is onderdeel van een serie normen i.v.m. uiteenlopende toepassingen en materialen.De EN1149 bestaat uit de volgende onderdelen:
EN1149-1: beproevingsmethoden voor het meten van oppervlakte weerstandEN1149-2: beproevingsmethoden voor de meting van de elektrische weerstand door een materiaal (verticale weerstand)EN1149-3: beproevingsmethoden voor de meting van het ladingvervalEN1149-4: testmethode voor het kledingstuk (norm is in ontwikkeling)EN1149-5: prestatie eisen.
Deze kleding is onderdeel van een totaal geaard systeem (o.a. in combinatie met geleidend schoeisel). De kleding voorkomt het ontstaan van vonken, hierdoor worden ook explosies voorkomen. De kleding met deze norm wordt alleen geaccepteerd als hij gecombineerd is met de norm voor vlamvertragende kleding (EN 531 of ISO 11612).
Beschermende kleding met beperkte vlamverspreiding. Deze kleding is gemaakt van vlamvertragende materialen. Dat wil zeggen dat het materiaal (als het in contact komt met vlammen) maar in beperkte mate zal verder branden. Bij verwijdering van de vlam zal het materiaal doven.
Beschermende kleding tegen vloeibare chemicaliën. Vereisten voor kleding die een beperkte bescherming biedt tegen vloeibare chemicaliën (Type 6 kleding). Type 6 kleding is kleding die een beperkte bescherming biedt tegen kleine spatten of een lichte nevel van chemische vloeistoffen. Over het algemeen zal deze kleding gemaakt zijn uit vloeistofafstotende, maar niet volledig vloeistofdichte materialen.
Deze norm beschrijft beschermende kleding tegen vloeibare chemicaliën (type 3) en chemicaliën in nevelvorm (type 4) inclusief producten die een gedeelte van het lichaam beschermen. (type PB = Parts of body).
Verkrijgbaar in verschillende types die de niveaus van bescherming aangeven. Wegens de complexiteit van het artikel dient u een zorgvuldige keuze te maken en informatie in te winnen.
De norm komt overeen met beschermende kleding voor gebruikers van kettingzagen. De norm is samengesteld uit meerdere delen. Elk deel behandelt een specifiek deel van het lichaam:
Brandweerlieden hebben kleding nodig die hen beschermt tegen gevaren tijdens een brand. Hun kleding mag geen vlam vatten, moet goed ademen en voldoende bescherming bieden tegen hitte, vlammen en rook. Deze en andere eisen aan kleding voor brandweerlieden staan beschreven in deze norm. De norm gaat over kleding die het lijf en de benen bedekt. Schoenen, helmen en andere bescherming vallen erbuiten.
Normen en wetgeving Gehoorbescherming moet voldoen aan de technische norm EN 352: 2002. Deze is uitgewerkt voor verschillende middelen:• EN 352-1, voor gehoorkappen• EN 352-2, voor oorpluggen en otoplastieken• EN 352-3, voor varianten zoals oorkappen bevestigd aan veiligheidshelmen• EN 352-4, voor niveau-afhankelijke gehoorkappen• EN 352-5, voor actieve geluidsreducerende gehoorkappen• EN 352-6, voor gehoorbeschermers met elektrische audio-output
Voor de bepaling van de geluidsverzwakking geldt de internationale norm ISO 4869-1 en voor het berekenen van de geluidsverzwakking de ISO 4869-2.
Er zijn belangrijke zogeheten grenswaarden binnen de wetgeving:• Geluidsniveau 80 dB(A)• Geluidsniveau 85 dB(A)• Geluidsniveau 87 dB(A)
Blootstellingsduur Geluidsdruk in dB(A) 8 uur 80 dB(A) 4 uur 83 dB(A) 2 uur 86 dB(A) 1 uur 89 dB(A) 30 minuten 92 dB(A) 15 minuten 95 dB(A) 7 minuten 30 seconden 98 dB(A) 3 minuten 45 seconden 101 dB(A) 2 minuten 104 dB(A) 1 minuten 107 dB(A)
Elke grenswaarde kent zijn eigen acties: Geluidsniveau 80 dB(A)• Vastleggen risicograad• Verantwoordelijke maatregelen nemen om de blootstelling te verminderen• Het personeel van de risico's op de hoogte stellen• Zorgen voor scholing en informatie over de risico's en mogelijke maatregelen• Audiometrisch onderzoek is vereist als de risico's de gezondheid in gevaar kunnen brengen
Geluidsniveau 85 dB(A)• Alle hierboven genoemde punten• Gehoorbescherming is verplicht• Audiometrisch onderzoek is een vereiste
Geluidsniveau 87 dB(A)• Deze grenswaarde mag in geen geval worden overschreden• Het geluidsniveau is in het oor gemeten, daarbij moet met de gehoorbescherming rekening worden gehouden
Categorie 1: · Laag risico · CE zelfcertificering Categorie 2: · Ernstig risico; · Certificering door een bevoegde organisatie · Hoog risico; Categorie 3: · Certificering door een bevoegde organisatie · Quality Assurance · Verplicht onderhoud en opleiding
Belangrijkste normen voor adembescherming
Wegwerpmaskers 1 EN 149: onderhoudsvrije stofmaskers met bescherming tegen deeltjes in 3 beschermklassen: FFP1, FFP2 en FFP3. Op 1 augustus 2010 is een amendement van norm EN 149.2001 in werking getreden met betrekking tot herbruikbaarheid van het stoffilter R(reusable) of NR(non reusable), markering EN 149:2001+A1:2009. 2 EN 405: filterende halfgelaatsmaskers uit één geheel met ventielen voor bescherming tegen gassen en deeltjes.
Herbruikbare maskers 1 EN 140: herbruikbare half- en kwartgelaatsmaskers, voor gebruik met filters en toestellen voor adembescherming. 2 EN 136: volgelaatsmaskers voor gebruik met filters en toestellen voor adembescherming. 3 EN 148: schroefdraad. Deze standaard beschrijft de verschillende connectietypes tussen het pbm en filters tot de maskers. De meest voorkomende norm is EN 148-1 die schroefdraad Rd40 x 1/7” omschrijft. 4 EN 143: deeltjesfilters voor adembeschermtoestellen met negatieve druk. Deze moeten doeltreffende bescherming bieden tegen stof en vezels, de meeste soorten rook en bijvoorbeeld ook bacteriën. Voor halfgelaatsmaskers die voldoen aan EN 140 of EN 136 volgelaatsmaskers. 3 Klassen: P1: Lage Filtratie, P2: Middelmatige filtratie en P3: Hoge filtratie. 5 EN 14387: gas/damp filters. Gecombineerde filters voor adembeschermtoestellen met negatieve druk. Deze filters worden volgens hun type en klasse geclassificeerd (zie tabel gasfilterklassen). 3 categorieën komen overeen met de verschillende capaciteiten en maximaal toegelaten concentratie toxines in vervuilde lucht categorie 1: 0,1%, categorie 2: 0,5%, categorie 3: 1%. 6 EN 371 of EN 14387 AX: gasfilters en gecombineerde filters tegen organische verbindingen met laag kookpunt. (< 65°C). Deze patronen zijn bestemd voor éénmalig gebruik.
Motorunits 1 EN 12941 (voorheen EN 146): filtertoestellen met motorunits voor helmen of luchtkappen tegen deeltjes, gassen en dampen, 3 categorieën voor alle uitrustingen: TH1, TH2 en TH3. 2 EN 12942 (voorheen EN 147): filtertoestellen met motorunits voor volgelaatsmaskers, halfgelaatsmaskers of kwartgelaatsmaskers tegen deeltjes, gassen en dampen: 3 beschermcategorieën: TM1, TM2 en TM3.
Toestellen met luchttoevoer en afdichting EN 14594 (vervangt EN 1835, EN 12419, EN 270 en EN 139): ademtoestellen met continu debiet van perslucht via luchtslang – met halfmasker, volmasker, loszittende vizieren en luchtkappen – de norm omvat vier klassen en iedere klasse is beschikbaar in Light en Heavy Duty versie.
Ademluchttoestellen 1 EN 137: ademluchttoestellen met perslucht, open circuit. 2 EN 145: ademluchtautomaten met gesloten circuit en perslucht met zuurstof of perslucht met zuurstofstikstof. 3 EN 1146: evacuatietoestellen, open circuit afgedichte ademluchtautomaten met perslucht in luchtkap. 4 EN 402: evacuatietoestellen, open circuit, afgedichte ademluchtautomaten met perslucht en volmasker of mondstuk.
Normen voor beproeving: schoeisel wordt uitgebreid getest en beproefd. Dat is uw waarborg voor kwaliteit. De beproevingsmethoden zijn vastgelegd in de norm EN ISO 20344 en de amendementen daarop (de huidige EN ISO 20344:2011). Normen voor slipweerstand: de eisen voor de slipweerstand van de zolen liggen vast in de EN ISO 20345(46/47):2011. Deze worden bepaald conform EN ISO 20344:2011, aan de hand van de testmethode uit de norm EN ISO 13287:2007.
Europese Normen Oogbescherming NEN-EN - 165 Termen en definities NEN-EN - 166 Algemene specificaties, zoals design, classificatie, minimale eisen, specifieke optionele eisen, markeren, gebruiksaanwijzing NEN-EN - 167 Omschrijving van alle optische beproevingsmethoden NEN-EN - 168 Omschrijving van alle niet-optische beproevingsmethoden NEN-EN - 169 Filters voor lassen en aanverwante technieken: doorlatingsfactoren en aanbevolen gebruik NEN-EN - 170 Ultravioletfilters: doorlatingsfactoren en aanbevolen gebruik NEN-EN - 171 Infrarood filters: doorlatingsfactoren en aanbevolen gebruik NEN-EN - 172 Zonlichtfilters voor industrieel gebruik NEN-EN - 175 Middelen voor oog- en gezichtsbescherming tijdens lassen en aanverwante processen NEN-EN - 207 Filters voor oogbescherming tegen laserstraling NEN-EN - 1731 Oog- en gezichtsbescherming van geweven draad NPR-CR - 13464 Leidraad voor de keuze, gebruik en onderhoud van beroepsmatige oog- en gezichtsbeschermers
Europese normen• EN 812 Stootpetten• EN 397 Veiligheidshelmen• EN 14052 Veiligheidshelmen met hoog beschermingsniveau• EN 50365 Veiligheidshelmen voor gebruik bij laagspanningsinstallaties (1000 V ac of 1500 V dc)• EN 12492 Helmen voor bergbeklimmers• EN 443 Brandweerhelmen
Bij EN 397 is de markering van de helmschaal belangrijk. Aan de binnenzijde van de helmschaal is informatie te vinden over de norm en eventuele aanvullende keuringen waaraan de helm voldoet.
Voorgeschreven markering• CE-teken: deze geeft aan dat het product voldoet aan de EU-richtlijnen (Conformité Européenne)• Nummer achter of onder het CE-teken: nummer van de onafhankelijke certificerende instantie• EN 397: aanduiding van de norm• Productiedatum• Naam of aanduiding fabrikant• Materiaal waarvan de helmschaal is gemaakt
Optionele gegevens• 440 V ac: bestand tegen contact met elektrische kabels tot 440 Vac• -20°C of -30°C: te gebruiken bij lage temperaturen• +150°C: te gebruiken bij hoge temperaturen• MM (Molten Metal): getest op bescherming tegen rondvliegende gesmolten metaalspatten• LD (Lateral Deformation): getest tegen belasting vanuit de zijkant van de veiligheidshelm, bijvoorbeeld bij het beklemd raken van de veiligheidshelm
Meer bescherming nodig? Kies dan voor EN 14052
Verwacht u van hoofdbescherming meer dan de EN 397-norm, dan is een veiligheidshelm met de norm EN 14052 een goed alternatief. Deze helm biedt meer bescherming tegen schokken en tegen doordringing van scherpe voorwerpen. In de figuren hiernaast is dit verschil duidelijk zichtbaar. Alle extra keuringen (tegen bijvoorbeeld elektriciteit) uit de EN 397 ook van toepassing op de EN 14052.